Hoe interessant en hoe belangrijk je onderwerp ook is, je tekst wordt levendiger als je voorbeelden uit de praktijk toevoegt. ‘Geef een voorbeeld’ tikken wij als redacteur nogal vaak in de kantlijn (bijna even vaak als: ‘Hier een bruggetje‘) als het wat abstract wordt.
Die voorbeelden heb je als deskundige te over, als het goed is, schrijvers die wij begeleiden schudden ze vaak zo uit de mouw: nou, bijvoorbeeld Pietje Puk en dan volgt een enthousiast verhaal. Zet zoiets eens wat vaker in je tekst. Dan begrijpt je lezer beter wat je bedoelt en het leest ook veel leuker.
Dat kun je op verschillende manieren doen. Bijvoorbeeld met kaders, dus in je hoofdstuk verschillende blokken zetten, waarin je een situatie uit de praktijk schetst, een tot de verbeelding sprekend voorbeeld. Als je dit doet, doe het dan wel consequent in álle hoofdstukken.
Overigens kun je zo’n praktijksituatie ook gewoon in de lopende tekst opnemen. Dat doe je het liefst subtiel. Dus niet: Hierbij een voorbeeld van, dubbele punt, maar bijvoorbeeld zo: ‘Zo begeleidde ik eens iemand die…..’ Of, bij kortere steekwoorden-voorbeelden: ‘Denk aan x of y.’
Dat kan wat rustiger ogen dan kaders. Sommige uitgevers hebben het daar ook niet zo op, die vinden het dan al snel te bont. Als je zelf uitgeeft, mag je daar natuurlijk zelf keuzes in maken.
Je kunt zo’n praktijkvoorbeeld ook als intermezzo tussen alle hoofdstukken door plaatsen, dus tussen hoofdstuk 1 en 2, en dan tussen 2 en 3, enzovoort. Zo’n intermezzo is geschikt voor een wat langere tekst van bijvoorbeeld twee pagina’s.
Heb je een langer voorbeeld dat je wél op een bepaalde plek in een hoofdstuk wil hebben, dan kun je ervoor kiezen om dat stuk tekst – op die plek – als geheel te laten inspringen. Dan ziet je lezer dat dat fragment van een iets andere orde is maar hoef je geen kaderlijnen raar te laten doorlopen op een volgende pagina. Voor en na het voorbeeld plaats je dan een witregel.
Natuurlijk kun je meerdere manieren gebruiken, bijvoorbeeld én korte kaders in je hoofdstukken én intermezzo’s tussen je hoofdstukken door. Maar wat je ook doet, doe het consequent. Zo blijft je lezer de opzet van je boek begrijpen.
En kijk ook eens in andermans boek: blader wat in de boeken uit je eigen kast en let op bij het eerstvolgende boek dat je leest. Hoe zijn daar de voorbeelden in de tekst verweven?
Zet ‘m op!
Ook bezig met je boek? Hoe gaat het? Misschien heb je hier wat aan: ons gratis ebook Vijf vette valkuilen bij het schrijven van je businessboek.