Het is niet verplicht, maar in de meeste boeken zie je een inleiding. Een soort opmaat van je verhaal. In een vroeg stadium een opzet schrijven kan je ook helpen om voor jezelf helderder te krijgen waar je precies over gaat schrijven. En waarom.
Maar hoe doe je dat? Waaruit bestaat een inleiding eigenlijk? Laten we eens naar die van GRIP van Rick Pastoor kijken. In zijn inleiding (hier kun je hem lezen, even naar beneden scrollen) zie je namelijk mooi de elementen terugkomen die in zo’n stuk horen te staan.
Horen te staan?! Niks hoeft, maar dit zijn wel onderdelen die je lezer overtuigen, geruststellen en nieuwsgierig maken, dus doe er je voordeel mee.
Aantrekkelijk starten: hij doet dat door een herkenbaar fenomeen te schetsen: dat je geen grip hebt op je werk. Zo heeft hij meteen de aandacht van de lezer. Dit is het probleem waar je lezer mee zit en waarom hij of zij dit boek heeft opgepakt. Dit is het probleem waarvoor hij als auteur de oplossing heeft.
Daarna plaatst hij een witregel en vertelt hij over zichzelf: ‘Ik weet er alles van. Sinds 2014 ben ik binnenbaas bij het journalistiek platform Blendle.’ Dit gaat over autoriteit, over recht van spreken. Hiermee stelt hij zijn lezer gerust: ik weet waar ik het over heb en mijn methode heeft zich allang bewezen.
En daarna, na weer een witregel, gaat hij over op wat hij heeft ontdekt, dit gaat al over de oplossing van het probleem, en hoe hij zich die kennis heeft eigen gemaakt. Hij bouwde een methode.
En daarna, na weer een witregel, presenteert hij die methode aan de lezer: ‘Omdat ik de laatste jaren steeds vaker vragen kreeg over mijn werkmethode, heb ik maar eens opgeschreven hoe die in elkaar steekt.’ En dan vertelt hij over wat je kan verwachten. Je ziet hier dat hij vertelt over de inhoud van zijn boek: deel 1, deel 2, deel 3. Niet heel precies, maar wel globaal wat je kan verwachten.
En dan weer een witregel en dan spreekt hij de lezer weer rechtstreeks aan: ‘Ik hoor je verzuchten: ik ben nu al moe!’ Hij toont hier begrip en nodigt zijn lezer tegelijkertijd uit met als lokker: het resultaat, dat zijn die punten op het einde, die bullets. Dit is belangrijk om in je inleiding te verwerken en dat wordt nogal eens vergeten: wat levert het op als je dit boek leest? Houd je lezer de wortel voor. Dat is heel overtuigend en dan krijgt je lezer zin om je boek in te duiken. Hij pakt je zo ongeveer bij de hand: ga je mee? Ik help je.
Dit onderwerp leent zich goed voor zo’n expliciete uitnodiging, maar wij zijn ervan overtuigd dat je zo’n soort opzet op elk onderwerp kan toepassen.
Nog even op een rijtje, de onderdelen waar zijn inleiding uit bestaat:
- aantrekkelijk starten, bijvoorbeeld met een herkenbaar probleem
- autoriteit laten zien, duidelijk maken wat hem recht van spreken geeft
- oplossing / methode / model / visie kort beschrijven
- inhoud: wat kan je verwachten in dit boek?
- resultaat: dit levert het je lezer op
Houd deze punten in je achterhoofd als je je eigen inleiding schrijft. Of herschrijft. Je kan die punten van elkaar scheiden met een witregel of met een kopje, maar in een paar pagina’s zouden we niet al te veel kopjes plaatsen. Kijk welke volgorde jou het meeste aanspreekt en vul deze onderdelen vooral vrij in!
Meer handvatten? In onze toolkit vind je niet alleen een uitgebreid format voor je inleiding, maar ook voor je flaptekst. Superbelangrijke teksten! Plus een jaarplanning van idee tot boek en een vragenlijst om je boekconcept scherp te krijgen. Nu voor €39. Lees meer over de toolkit.