Er verschijnen bijna geen boeken meer zonder inleiding, voorwoord of proloog. Maar wat zijn nou eigenlijk de verschillen tussen die drie?
Voorwoord en inleiding worden nogal eens door elkaar gebruikt. Van oudsher is het voorwoord – ook wel: woord vooraf – het stuk waarin je als schrijver wat persoonlijke achtergrond of toelichting geeft: waarom je dit boek hebt geschreven, hoe je zover bent gekomen, wat je beweegredenen zijn. Ook kun je hier bijvoorbeeld uitleggen waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt.
De inleiding draait om de inhoud. Daarin beschrijf je wat de kern van je boek is en wat de lezer kan verwachten. Je kunt ervoor kiezen om alvast kort op de verschillende hoofdstukken in te gaan en de lezer voor te bereiden op wat hij gaat lezen. Probeer dat een beetje losjes te doen, het is nogal schools als je zegt: in hoofdstuk één gaat het over X, in hoofdstuk twee over Y.
Een proloog wordt vaker gebruikt bij fictie. Bijvoorbeeld bij een thriller, waarin een cruciale scène alvast wordt beschreven om de lezer voor te bereiden op wat er nog gaat komen. Vaak krijgt een proloog later in het boek grotere betekenis en snap je aan het begin van het boek nog niet meteen alles van wat er wordt geschreven.
Bij een zakelijk boek zie je niet zo vaak een proloog, maar bij een verhaal dat wat meer tegen fictie aanschurkt zou het wel kunnen. Schrijf je bijvoorbeeld een autobiografisch ondernemersverhaal, dan zou je in je proloog de scène kunnen schetsen waarin alles kantelde. Ook zou je een proloog kunnen gebruiken om een situatie uit de praktijk te laten zien, maar vaak is bij een zakelijk boek een inleiding toch een logischer keuze.
Inleiding boek: persoonlijk + inhoud
Over het algemeen raden wij aan om in je inleiding zowel te melden waarom je dit boek hebt geschreven als wat de lezer kan verwachten. Een mix dus van het aloude voorwoord en de inleiding. Start met het persoonlijke stuk en schrijf daarna over de inhoud. Die twee kun je prima van elkaar scheiden met een witregel of een kopje ‘Over dit boek’.
Onze tip: maak deze start van je boek zo aantrekkelijk mogelijk. Houd het kort en krachtig, laat zien dat je recht van spreken hebt en wat het lezen van dit boek jouw lezer oplevert. En, het allerbelangrijkste, breng jouw vuur voor je onderwerp over op je lezer. Klink enthousiast.
De inleiding (of proloog) kun je trouwens prima schrijven als je helemaal klaar bent met je boek. Je kunt eerder wel een opzet maken, maar wij zien geregeld gebeuren dat schrijvers tijdens het schrijven net een andere weg inslaan, waardoor hun boek een andere richting of zwaartepunt krijgt. Na je laatste hoofdstuk weet je het beste wat er in de inleiding moet komen te staan.
Ben je ook bezig met je boek? Hoe gaat het? Misschien heb je hier wat aan: ons gratis e-book Vijf vette valkuilen bij het schrijven van je businessboek.
Een format voor een sterke inleiding – en nog veel meer handigs – vind je in de Kickstart je boek Toolkit.